Doe je mee?

Leuk dat je de QR-code op het visitekaartje hebt gescand! Hieronder vind je de lesideeën. Wil je kans maken op €25 shoptegoed in de buitenonderwijswinkel.nl? Deel dan jouw zelfbedachte les of één van onderstaande lessen op Instagram met #buitenlesopeenkaartje. We maken elke oneven maand een winnaar bekend.

Lesideeën met de achterkant van het visitekaartje

Kleuren zoeken - Onderbouw

Laat de kinderen buiten dingen zoeken die zoveel mogelijk lijken op de kleuren op het kaartje.

Hoeveel heb je van elke kleur gevonden? Welke kleur heb je het meest gevonden? Welke kleur het minst?

Maak een tabel met alle kleuren (nummer de rijen van 1 t/m 6). Zet achter elke getal (kleur) hoeveel voorwerpen je hebt gevonden. Dat kan door te nummeren of door te turven.

 

Kleurenmemory - Onderbouw

Verdeel de klas in tweetallen. Laat het kaartje aan de kinderen zien. Ze moeten de kleuren 1 t/m 3 (of 4 t/m 6) proberen te onthouden.

Daarna nummeren ze 3 stoeptegels van 1 t/m 3. Laat ze in elke stoeptegel een voor werp leggen dat hoorde bij de kleur die correspondeert met het getal.

Welke voorwerpen lijken het meest op de kleur? Vergelijk met elkaar.

 

Bijvoeglijke naamwoorden - Midden- en bovenbouw

Laat de kinderen bijvoeglijke naamwoorden bedenken bij een voorwerp in een bepaalde kleur. De kleur is telkens het bijvoeglijke naamwoord en bij elke kleur zoeken de kinderen een passend voorwerp. Bijvoorbeeld het grijze steentje, de bruine tak en het roze krijtje.

Wie vindt en bedenkt er de meeste?

Stapje moeilijker? De kinderen bedenken een alliteratie van een kleur en voorwerp, waarbij de kleur een bijvoeglijk naamwoord is.

Voorbeelden: Het grijze gummetje, het groene grassprietje of het bruine blaadje. Let op: Hierbij is het niet nodig om elk voorwerp te zoeken, dat is vaak erg lastig. Alleen schrijven is voldoende!


Breuken oefenen - Bovenbouw

Leg het kaartje op de grond. Verdeel de klas in kleine groepjes. De kinderen maken een tabel van 6 rijen en 3 kolommen. In de rijen van de eerste kolom schrijven ze de getallen 1 t/m 6.

Hierna mogen ze voorwerpen gaan zoeken die passen bij de kleuren.

Ze moeten 10 voorwerpen zoeken. Je oefent nu met de breuk met de noemer 10.

Ze leggen de gevonden 10 voorwerpen in de tweede kolom van de tabel in de juiste rij. Dus gele voorwerpen in rij 1 en bruine voorwerpen in rij 4.

Nu kunnen ze gaan rekenen. Welk deel is geel en welk deel lichtgroen? De resultaten schrijven ze als breuk, kommagetal en percentage in de derde kolom.

 

Staafdiagram – Midden- en bovenbouw

Verdeel de klas in kleine groepjes. Laat elk groepje voorwerpen zoeken die passen bij de kleuren.

Vervolgens maken ze hiervan op het plein een staafdiagram. Laat ze hierbij handig gebruik maken van de stoeptegels. Elke tegel is één voorwerp. Verspringen je stoeptegels? Sla dan telkens een rij tegels over voor je naar de volgende kleur gaat.